Vorstverlet

Binnen de bouwwereld is vorstverlet een bekend begrip. Het houdt in dat bouwvakkers door sneeuw en/of ijs niet hoeven te werken bij een gevoelstemperatuur van -6 graden Celsius of minder. Dit komt doordat de omstandigheden dusdanig slecht zijn dat het werken in de bouw te gevaarlijk is. De temperatuur wordt gemeten op twee verschillende tijdstippen, namelijk om 7 uur ’s ochtends en 10 uur ’s ochtends. Wanneer de gevoelstemperatuur om 10 uur weer boven de -6 graden Celsius ligt, dient er alsnog gewerkt te worden. Wanneer de omstandigheden niet zijn veranderd kan er niet gewerkt worden. De werkgever heeft wel het recht om ander, passend werk aan te bieden. De bouwvakker is verplicht om dit werk aan te nemen. Ook kan de werkgever maatregelen treffen op de werkplaats die ervoor zorgen dat de gevoelstemperatuur boven de -6 graden Celsius komt te liggen. Dan dient de werknemer gewoon aan de slag te gaan.

Salaris

Ten tijde van het vorstverlet hebben bouwvakkers recht op 100% doorbetaling van het salaris. Werkgevers kunnen zich aansluiten bij een garantiefonds om zich te verzekeren tegen vorstverlet.

Uitzendkrachten

De situatie van uitzendkrachten is net een tikkeltje anders. Hier geldt geen loondoorbetalingsverplichting bij ongunstige weersomstandigheden. De werkgever dient bij het UWV een werkloosheidsuitkering aan te vragen voor de uitzendkracht. Deze uitkering heeft niet de hoogte van het daadwerkelijke loon en daarom heeft de uitzendonderneming de verplichting om het loon aan te vullen tot 100 procent.